
Wegwerkzaamheden verhinderen mijn gebruikelijke fietsroute. Geen punt, ik was toch al van plan een andere afslag te nemen. Regelmatig kies ik voor onbekende paden. Een beetje gym voor m’n brein en niet in de laatste plaats: ik ben simpelweg heel nieuwsgierig.
Een ludieke straatnaam leidt mijn fietsstuur. Ik kom niet bedrogen uit. De inrit blijkt toegang te bieden aan een kleurrijk woonerf. Ruim baan voor bonte geveltuintjes, midden in de stad.
Bij het vervolgen van weer wat bekender terrein, ontdek ik een witte kampeerbus. Op de zijkant lees ik in zwarte letters Gribus. Spontaan schiet ik in de lach. Leuk gevonden zeg. Vast ook taalliefhebbers? Onderweg naar de plek van bestemming graaf ik in mijn geheugen. Vaag herinner ik me namelijk een boek of verhaal met een zekere Gribus in de hoofdrol. Straks thuis maar eens opzoeken.
Op de terugweg passeer ik opnieuw de camper. Die krijgt nu concurrentie van merels. Een aanhoudende luide alarmroep trekt mijn aandacht. Oeps, gevaar?
Ja hoor, onder knotwilgen zwaait in het gras een kattenstaart driftig heen en weer. Dat verklaart de vogelpaniek. Een predator ligt in de startblokken, overduidelijk klaar om toe te slaan. Ik besluit door te fietsen, heb niet de illusie dat ik jagen kan voorkomen.
Thuisgekomen hoor ik mijn buurvrouw tegen Tammo, alias onze flatcat, zeggen: “ik doe even wat boodschappen, ben zo weer terug”. Het corpulente poezenbeest is regelmatig in ons appartementencomplex. Ze, de Groningse jongensnaam doet anders vermoeden, humor hebben we wel in het Noorden, heeft namelijk geen vaste woon- of verblijfplaats.
Het is overigens maar hoe je het bekijkt. Diverse adressen om eenvoudig eten, drinken en aandacht te vergaren. Zelfs in een warme slaapplek binnen is ze voorzien. Vrijheid in gebondenheid. Dat klinkt nog niet zo gek, toch?
Als het aan de vogels lag, tja…dan bleef de kat uiteraard voortaan binnen.