Gewoon doen. Daarna denken. Of niet.

Je verstand gebruiken, daar is niks mis mee. Bij voorkeur het gezonde. Vaak verdient echter wijsheid de voorkeur.

Ga ik nou een beetje de filosoof uithangen? Cryptisch, vaag taalgebruik? Gevalletje interessant-doenerij?

Niks van dat alles. Ik deel iets heel menselijks dat wellicht herkenbaar is.

Nieuwsgierig als ik ben, dol op ontdekken bovendien, bedacht ik onlangs een ieniemienie huis-tuin-en-keuken-onderzoek.

Ik vroeg me af hoe en in welke mate mijn brein in actie komt zodra ik een leuk idee krijg, het lampje gaat branden. Heb een donkerbruin vermoeden.

Welke rol vervult mijn nogal ijverige bovenkamer?
Wat brengt, liefst nog voordat mijn hoofd het licht ziet, gewoon (toch) doen me?
Kort door de bocht: het tegenovergestelde van denken tot je een ons weegt en de animo met de noorderzon is vertrokken.

Een voorlopige conclusie van het verre van wetenschappelijk onderzoek is dat luisteren naar mijn intuïtie me veel goeds brengt. Zoals energie, een fijn gevoel van vrijuit leven.

Mijn hoofd blijkt nauwlettend deze flow in de gaten te houden. Legt die het liefst aan banden. Let op zaken als juiste timing, goede uitvoering, hoge kwaliteit. Vooral zogenaamde veiligheid staat hoog op de agenda. Bliksemsnel, zeer creatief ontstaat een checklist als meetlat.

De rode draad? Als ik zo nodig iets spontaans, iets leuks wil doen, dan wel binnen de overzichtelijke, voorspelbare zone. Devies is lui in de hangmat blijven liggen. Voorkomt schijnbaar energieverlies, gedoe en teleurstelling. In de praktijk blijkt met de stroom mee gaan me juist heel goed te doen.

Zo ook van de week. Ik had zin om in mijn vroegere woonplaats naar de bibliotheek te gaan. De no-go’s verschenen direct ten tonele. Die varieerden van wat een onzin, om de hoek is ook een filiaal tot je hebt nog kilo’s leesvoer thuis. Klopt allemaal. Geen speld tussen te krijgen.

Ik negeerde de waslijst met bezwaren. Sprong op de fiets. Genoot onderweg met volle teugen van de rijwind en zon op m’n blote benen.

In het pretpark voor boekenwurmen aangekomen, trok een oranje kaft direct mijn aandacht. Op één van de leestafels bij de ingang lag een moderne versie van de klassieker Tao Te Ching.  Laat ik nou recent hebben bedacht dat ik me opnieuw in dat mysterieuze werk wilde verdiepen. Grappig. Met een grote grijns liep ik naar de zelfscan.

Gewoon simpelweg mijn neus achternagegaan. Fun in plaats van nut en noodzaak.

Wanneer ik luister naar mijn innerlijke wijsheid, dat wat me invalt, de intentie daarvan helder is, dan kan mijn lieve, geduldige brein gerust achterover leunen.

Ik loop niet in zeven sloten tegelijk. Echt niet. Uiteraard struikel ik nog wel eens. Ga dan, plat gezegd, op m’n bek. Liever dat dan ‘blijven zitten waar je zit en verroer je niet’.

En jij? Hoe vrij en spontaan beweeg je? Volg je daarbij je gevoel? Wat brengt dat je? Staat vooral je verstand aan het roer? Vaar je daar op? Blindelings?

Misschien interessant eens bij stil te staan. Pas op de plaats maken, eventueel bijsturen terwijl de tijd doortikt.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *