
Oranje hesjes kleuren het trottoirbeeld. Met mijn fiets aan de hand passeer ik schoffelaars. Rigoureus wordt tussen de struiken het onkruid verwijderd. Binnen mum van tijd verrijzen groene hoopjes op de stoeptegels. Dichterbij gekomen, zie ik dat voornamelijk kleefkruid eraan moet geloven.
Zo’n klassiek plantje om iemand makkelijk mee te plagen. Je plukt het, beetje mikken et voilà de groene versiering reist ongemerkt op het slachtoffer mee. Soms hele afstanden, als je tenminste tussentijds geen argwaan wekt. Bij mij thuis zijn overigens stickertjes die op het fruit zitten, een geliefd alternatief voor een dergelijk flauw grapje binnen.
Minder onschuldig zijn bepaalde overlevingspatronen die hardnekkig aan je kleven, het leven daardoor verzwaren. Zie daar maar eens van los te komen. Beduidend moeilijker te verwijderen dan zo’n plakkerige sliert.
Draag je veel? Tors je net als Atlas de wereld op je schouders mee? Misschien is een groot verantwoordelijkheidsgevoel je met de paplepel ingegoten. Mij wel tenminste. Mijn behoeften waren het grootste deel van m’n leven ondergeschikt, ze werden gebagatelliseerd of belachelijk gemaakt.
Overleven en weer door. Lange tijd had mijn wil het stuur stevig in handen. Bracht me met een hoog toerental op de automatische piloot steeds verder van huis.
Gisteravond heb ik in aanwezigheid van twee twintigers kwetsbaar en open gedeeld hoe een bepaalde neiging soms nog aan me plakt. Wat de herkomst daarvan is. Dat ik heel wat onkruid dat mijn potentieel overwoekerde, heb verwijderd. Nu beter doorzie met welke keuzes ik trouw blijf aan mezelf. Vastberaden daar mee doorga en compassie voel voor mijn weg als laatbloeier.
Het was een magisch moment: van mens tot mens een eerlijk, realistisch verhaal schetsen. Zij, jonge mannen aan het begin van de loopbaan en ik, halverwege, op een kruispunt staand.
Ik geloof dat de beste tijd nog mag komen. Laat steeds meer ballast los, verwelkom gretig ongecompliceerdheid.
Vertragen, vertrouwen en ont-dekken.
“Te midden van de moeilijkheid
ligt de mogelijkheid”
– Albert Einstein-